dinsdag 14 augustus 2012

51895

is het totale aantal kilometers dat we hebben gereden. Vijfentwintig landen (vooral in de Balkan liep dat erg op, in Azië gaat dat wat langzamer), duizenden liters diesel, één ongeluk, vijf keer vast gezeten (één keer in Turkije, de rest in Mongolië), honderden kopjes chai, een aantal nieuwe vrienden en vooral een onvergetelijke tijd. Veel mede-reizigers vroegen aan ons: "Is dit jullie eerste reis?". Nu weten we waarom. Het virus is niet meer uit je te krijgen.
Dit is het genot van de eerste fles whisky die we tegenkwamen. Een heerlijke Bruichladdich Peat die we in een klein dorpje in Zuid-Duitsland vonden. Dat had Joris gemist.
Via Frankrijk, Luxemburg (om de landenteller zo hoog mogelijk te krijgen) en België reden we het land met de vele regels weer binnen. Na een avontuur met een zak hooi bij de douane was het eerste dat we kochten....
Een (niet zo verschrikkelijk) lekkere pot drop! Ook dat hadden we erg gemist
Voordat we naar huis reden, parkeerden we eerst de bus bij Sam! Ons nieuwe neefje! Het is een erg leuk jochie. Ook weer erg raar om de bus bij Sloterdijk te parkeren, te dealen met onaardige parkeerbedienden, enz. Maar wel heel erg fijn om Sam voor het eerst te zien.
En toen moesten we toch echt naar huis. Een beetje met lood in onze schoenen, maar ook wel fijn, reden we de Van Humboldtstraat weer in.We kregen een warm ontvangst.



 Groentekroket!

Turkse thee!
Het is fijn om iedereen weer te zien, maar ook erg raar om niet meer in ons tweede huis te wonen. Gelukkig rijdt 'ie nog goed en zullen we hem over een paar jaar weer nodig hebben. En deze blog dan ook!

zondag 15 juli 2012

Nosejob

We zijn weer terug in Europa, leuk, leuk, leuk. Met euro's betalen enzo, hoeven we niet de hele tijd om te rekenen. De kaas is weer goed, de grenzen makkelijk, de mensen een stuk minder vriendelijk ('s nachts stenen naar de bus, dat soort dingen), kortom: vertrouwd!
In Griekenland kwamen we weer toeristen tegen en bezochten we weer attracties, zo ook in Macedonië. Kosovo kwamen we helaas niet in omdat dat niet op de Groene kaart staat en we 150 euro moesten betalen voor de autoverzekering. Dat leek ons wat veel voor die twee dagen, dus reden we om via Servië (niks aan) en Bosnië (heel erg mooi, weinig mensen en Mostar bezocht) naar Kroatië om daar weer lekker van de zee  te genieten en Nederlandse toeristen aan te gapen. De Bosnisch/Kroatische grens was de makkelijkste ooit ("Nee, rij maar door, we hoeven je paspoort niet te zien") één op de tien auto's was weer Nederlands, dus onbezorgd rijden we een uurtje over de Kroatische wegen,  we zingen liedjes, totdat:

Klats boem! Een file te laat gezien. We probeerden nog te remmen maar met een gangetje van dertig á veertig km/h knallen we op de volgende auto, die we, met ons gewicht, een paar meter naar voren slingeren, op de volgende auto. Wat een schrik! Gelukkig was het meteen duidelijk dat er niemand gewond was, we reden niet hard, maar de schade bij onze en de gene tegen wie we op knalden was best groot. Onze auto reed niet meer, de bumper stak een stuk in de radiator en de koelvloeistof stroomde over de weg. Politie erbij, wegwerkers erbij en de auto werd weggesleept.
Wij werden mee naar het politiebureau genomen, de schuldige zijnde en alles. De agenten waren gelukkig erg aardig, het was nou eenmaal een ongeluk en ze zagen dat we ons erg ongelukkig voelden. We moesten wel even 150 euro boete betalen, maar dat ging allemaal erg snel en de auto was gelukkig al bij de plaatselijke HAK (Kroatische ANWB) beland.
Het was inmiddels al een uur of acht dus de monteurs gingen naar huis, wij trakteerden onszelf op een pizza en vielen doodmoe in slaap in ons gewonde busje.
De volgende dag was wachten op de onderdelen. De hele dag. En het werd 40 graden in de schaduw. Gelukkig bekommerden Carmen en Zaljen en hun dochtertjes Lara en Leah zich om ons. Zij nodigden ons uit, op het heetst van de dag, om onder hun airconditioning te zitten. Ze voerden ons watermeloen en koud water met ijsblokjes en we wisselden films en series uit. Fijne mensen.
Ondertussen was de radiator nog niet gevonden, en brachten we nog een nachtje door op deze plek.
Maar de volgende ochtend bracht goed nieuws. Na honderduizend telefoontjes en gezoek tot in de kleinste dorpjes in de omgeving van Ploçe, vond onze vriendelijke, doch stoïcijnse monteur een oude bus, waar hij alle onderdelen die bij ons kapot waren uit kon slopen! Bumper, motorklep, lamp, knipperlicht en radiator! Fantastisch!

En nog beter: onze bus heeft nu twee kleuren! Ziet het beestje er wat Iraanser uit! Wat zo'n nosejob al niet kan doen.
Nu zijn we onze 'vakantie' aan de Dalmatische kust weer aan het vieren en rijdt de auto weer als een zonnetje!

vrijdag 6 juli 2012

Turken zijn nog steeds lief!

Dit zijn slechts enkele van de vele voorbeelden waarom Turkije een fijner land is dan Rusland. Er is ook nog de kaas, geen dronken mensen, het ochtendgebed, en wat dies meer zij. Bovendien is er aan de hele Zwarte Zeekust geen buitenlander te bekennen, dus kregen we weer flink wat aandacht.
Pa kookte een heerlijke visstoofschotel voor ons en natuurlijk kregen we thee!
Het kerkje van Jason en de Argonauten met op de achtergrond de koude maar schone Zwarte Zee. Als je er een duik in nam, hoefde je daarna niet meer te douchen (mits je kort haar hebt natuurlijk).
De ekmek in Turkije was ook weer een verademing vergeleken met de chleb in Rusland. Heerlijk!
Een ezel!

In het pittoreske Sinop bezochten we de oude gevangenis die, aan het interieur te zien, nog tot best kort geleden in gebruik was. Alles stond gewoon open en je kon er naar hartenlust rond dwalen. Joris was dat al vrij snel zat.
Sinsia niet.
Eén van de 28 watervallen van Erfelek.
Als je naar Turkije gaat en je ziet een schilderachtig, provisorisch eettentje, stop er om een portie Gözleme te bestellen. Hier kregen we er ook nog een bord groente en een kan ayran (soort zoute karnemelk) erbij. En een heleboel glimlachen. En een gratis kopje thee!
Zomaar een slaapplekje aan de kust. 's Avonds kregen we natuurlijk weer eten en zonnebloempitten van de buren en hebben we een paar uur met ze zitten keuvelen.
Het ochtendentertainment bestond uit deze mooie vlinder.
En deze enorme groene sprinkhaan!
Mooi dorpje (Sinebolu) met mooie Ottomaanse huisjes.

Dit schildpadje zat midden op de weg te zonnebaden. Wel lekker warm, maar niet zo slim. Dus hebben we hem maar even in het struikgewas gezet.
Thee met gözleme in Amasra.
Camping vlakbij Amasra in een dorpje vol met ex-Groningers die terug naar Turkije waren gegaan en van een welverdiend pensioen aan het genieten waren. Veel Turken in deze streek zijn ex-gastarbeiders die in het westen klote-baantjes hadden en het in Turkije gelukkig een stuk beter hebben.
Onderweg bij Zonguldak kwamen we deze mooie grot (Gökgöl Magarasi) tegen.
Het pad leidt je 875 meter de diepte in. Erg mooi maar ook erg laag zo nu en dan. Zo laag dat een zeker persoon (*kuch*Sinsia*kuch*) zo hard haar kop stootte dat ze bloedde en nu een ei op haar hoofd heeft. Maar wel een topgrot!

Dit kwamen we ook zo maar tegen. Een klein natuurparkje met een soort wetlands waar echt heel veel beesten zaten. Kikkers,
deze schildpad en ook een paar slangen!
Als je in Turkije bent moet er gebarbecued worden. Dus kochten we bij de slager een BBQ, kregen er een stuk schapevet bij om het rooster mee in te smeren (en aan zwerfhonden te voeren) en konden we heerlijk groente en helim roosteren.
Kijk nou!
Bij de zee van Marmaris streken we neer na bij Istanbul weer Europa binnen te zijn getrokken.
En zagen we honderd meter uit de kust een kudde/groep/school/roedel dolfijnen voorbij zwemmen!
Dus daar komt al die zonnebloemolie vandaan!
Ooievaars op een elektrieke tijdsmast.
Dit zijn wij bij onze favoriete hypermarkt waarvan we in december en januari heel veel tegenkwamen, maar nu maar niet. Tot op het laatste moment in Kesan, dertig kilometer voor de Griekse grens. Dus nog snel even wat Turkse lekkernijen ingeslagen.

zondag 24 juni 2012

Rijden, rijden, rijden in een orange carpet door Rusland!

Dit was de stand van onze banden na Mongolië. Gaten erin, lappen rubber en ijzerdraad die er los aanhingen, dus we moesten ze laten vervangen. In Barnaul konden we terecht bij de Mercedesgarage van Maxime, die ons in goed Engels te woord kon staan. Ze hebben daar zes banden en een wiel vervangen. Dure grap, maar ja, wat mot, dat mot.
Tijdens de reparaties verkenden we Barnaul (weer). Niet zo gek veel te beleven, daar, maar wel lekkere koffie en hier en daar een spectaculair overblijfsel uit de Soviet tijd.
En het werd warm! En er was geen schaduw en de muggen lustten ons rauw, dus wilden we het liefst onze deuren dicht houden. Maar ja, 39 graden is dan echt te warm.
Dus bedachten we deze oplossing: de klamboe voor het luik gespannen en het luik zelf open. Hadden we ook nog een mooi uitzicht tijdens het eten.
Gelukkig is er ook zo nu en dan onweer in Rusland. Frist de boel weer lekker op.
Ergens tussen Novosibirsk en Omsk (ofzo, het land en de etappes zijn zo groot dat het allemaal een beetje vaag werd) pikten we twee jongens op die op weg waren naar een ska/reggae-concert, vlakbij Moskou. Pardoes vielen ze op ons lekkere zachte bed in slaap...
Honderd kilometer voorbij Chelyabinsk, bezochten we het Zhuratkoel-meer. Heel erg toeristisch, veel zuipende Russen (daarover later meer) en dit Disneyland van de Ural. Een bende kitscherige huisjes, beeldjes van Baba Yaga en scheepjes bij elkaar. Russen zijn raar.
Zuipende Russen, dus. We sliepen op de parkeerplaats en al snel werden we uitgenodigd door deze groep metaalarbeiders om wat te komen drinken. De tafel werd gedekt (vissekoppensoep, aardappel, chleb), en er werd vodka ingeschonken. Die grote witte karaf zat aan het begin van de middag nog vol en vier uur later was ie leeg. Het was zelfgebrouwen, bruine (!) vodka en zoveel hadden we niet op (Sinsia een half glaasje, Joris drie á vier), maar toch vielen we pardoes in slaap om een uur of vijf. Dat bruine in de vodka was waarschijnlijk het gif waarmee het spul gebrouwen was. Blèch.
Tijd om Joris zijn verjaardag te vieren, dus we zochten een mooi plekje in de Ural, aan een meertje en klommen even op het imperiaal om te inspecteren of de rijplaten nog vast zaten. Dat zaten ze, maar vijf van de zes pootjes van het imperiaal waren afgebroken en het zesde was bijna door. Gelukkig ontdekten we het, anders had het een eng ongeluk kunnen worden!
Maar ja, ver van alles vandaan, konden we niks anders dan het petje van de auto achterlaten in het bos. Snik, het stond hem zo mooi...
Over tot de orde van de volgende dag: verjaarsontbijtje op bed!
Taart!
Gezicht van de jarige job die een stukje van die mooie taart (die pap wordt in de zon) in zijn mond heeft gestopt.
Ook op dit plekje het volgende geluid in de ochtend... Wat is dit in godsnaam?
Als je dit tafereeltje kan fotograferen, betekent het dat je weer in de buurt van Europa komt.
En ja hoor, bij de grens tussen de twee continenten (waarom dat is opgesplitst is een raadsel), was een mooi monument opgericht waar we natuurlijk in een mooie pose bij op de foto moesten.
Aan de andere kant van de Ural bezochten we de Kungur IJsgrotten, waar we een geheel Russische rondleiding kregen. Erg leuk, vooral omdat het niet zo heel spectaculair was. De Russen zetten dan gewoon een beeld in het midden van een kamer en noemen het dan Dante's grot. Vindingrijk!
Vlakbij Perm ligt de laatste overgebleven Gulag van het land. Erg indrukwekkend. Dit is de filmzaal waar de gevangenen porpagandafilms 'mochten' bekijken.
Het geheel doet erg denken aan de concentratiekampen van Hitler, maar deze hebben veel langer bestaan. Tot 1987 zaten hier dissidenten. In de zomer aten ze het gras naast de paden, vanwege vitaminegebrek.
Dit was de gevangenis van Perm 36.
In Volgograd nog een Stalinistisch reliek, het monumentenpark ter nagedachtenis aan de slag bij Stalingrad (zelfde stad, ander tijdperk). Gigantische beelden, reliëfs en tempels.
En natuurlijk de wisseling van de wacht, Russische stijl.
En in bewegende beelden:

Overal zijn nog de sporen van de Soviet-unie. Er staan nog veel beelden van Marx en Lenin, hier en daar nog een beeltenis van Stalin zelfs, en naast de weg nog veel hamers en sikkels en dit soort eerbetonen aan het glorieuze Rode Leger.
Starocherkasskaya is de oude hoofstad van iets kozakkenachtigs. Het eerste mooie dorpje dat we in Rusland tegenkwamen. We hebben er een beetje rondgehangen, ijsje gegeten, dat soort dingen.
Ongeveer vierduizend kilometer verder dan aan het begin van dit blog, vonden we onszelf terug aan de Zwarte Zee, op deze massale Russische camping, vol met bierbuiken en gestamp uit alle auto's. Wel gezellig, want dat zijn Russen, erg vriendelijk, nieuwsgierig en warm. We hielpen bijvoorbeeld een paar jongens hun auto uit het zand te krijgen, waarop ze ons prompt een anderhalve liter fles Maikopskoe bier gaven. Lief!
En we konden de warmte, het zweet en de viezigheid van ons afspoelen in zee!
We zijn nu in een hostel, vlakbij Sochi, waar we maandag de boot naar Turkije nemen! Jippie, baklava en chai!