Iran is een onvergetelijk land. De mooiste steden, de
vriendelijkste mensen en prachtige natuur. We hebben er vrienden
gemaakt en voelden ons als filmsterren, omdat we overal werden
aangesproken en uitgenodigd bij mensen thuis. Het landschap is
prachtig. Bergen en woestijn wisselen elkaar af.
Maar we hebben ook een heel klein beetje geproefd van
hoe het moet zijn om hier (als vrouw in het bijzonder) te wonen. Het
is een land van extremen. Het ene moment moet je een vechtpartij
ontwijken in de bazaar, om het volgende moment uitgenodigd te worden
voor thee. Mensen zijn enorm gastvrij, maar lopen ook voortdurend op
hun tenen door het regime. Dus de vlam slaat snel in de pan.
Over het algemeen, op een paar echt nare ervaringen na,
gelukkig geconcentreerd in twee dagen, hebben we een fantastische
tijd gehad. En gaan we zeker nog een keer terug, want het land is te
groot om in dertig dagen te bekijken.
Tabriz en Tehran
We kwamen Iran binnen in Bazargan, vlakbij Tabriz, de
eerste van vele miljoenensteden in het land. We werden al snel
opgepikt door de lokale toeristenvanger, die ons hielp met het
wisselen van geld en het kopen van een simkaart en een goede kaart
van Iran. Door de boycot kan je in het land namelijk niet pinnen en
doet de telefoon het niet.
We bezochten de bazaar en aten er de plaatselijke
specialiteit; brood met aardappel. Hier begon ook onze
filmsterstatus. Omdat er bijna geen westerse toeristen komen, is
iedereen erg benieuwd waar we vandaan komen en wat we van Iran
vinden. Dus we hadden al snel gesprekken met meisjes en mannen.
|
Bazaar van Tabriz. |
Maar omdat we snel door wilden naar Tehran om het visum voor Turkmenistan te regelen bleven we maar eventjes in Tabriz. En het begon keihard te sneeuwen. Die eerste dagen in Iran waren een beetje saai, omdat we in no-time de duizend kilometer naar Tehran aflegden. Bovendien was het dus extreem koud. We hebben één nacht met draaiende motor doorgebracht, omdat het buiten -10 á -15 graden was.
|
IJspegels aan het wiel. |
We besloten niet in Tehran zelf te gaan slapen maar in een
wintersportgebiedje in de buurt, zodat we niet met die grote bus de
stad helemaal in hoefden te rijden. Daarvoor moesten we wel nog de
stad via de express-wegen door, wat al een hachelijk avontuur was. In
Iran zijn namelijk geen verkeersregels. Maximumsnelheid bestaat niet,
je mag gewoon rechts inhalen en op een tweebaansweg voor een
stoplicht passen ook wel vijf auto's naast elkaar. Daarbovenop is het
in Tehran ook nog eens extreem druk (zestien miljoen mensen) en heeft
iedereen een auto, want openbaar vervoer is 'in ontwikkeling'. Aan
het eind van de maand in Iran waren we wel aan het verkeer gewend,
maar het is nu toch ook wel heel lekker om door Uzbekistan te rijden,
waar het allemaal veel rustiger gaat.
Maar goed, Tehran dus. We sliepen in Meygoon in een extreem chique
hotel (35 euro) en Hussein, de vriendelijke taxichauffeur, bracht ons
voor een tienje naar de Turkmeense ambassade. Die bleek echter dicht,
ondanks dat er op deur stond dat het ding open was. Er restte ons
niks anders dan de stad te gaan bekijken en het de volgende dag het
nog een keer te proberen. Amir, die ook tevergeefs naar de ambassade
was gekomen, bracht ons naar een metrostation om in het centrum te
komen. Daar bezochten we een museum/paleis, heel indrukwekkend.
|
Golestan-paleis |
We wilden ook graag naar de bazaar, die zijn echt gigantisch in
Iran, maar voordat we die inliepen werden we aangesproken door Kaz,
een Iraniër die in Californië woont, maar nu bij zijn moeder in
Tehran was. Echt een super aardige man die ons gelijk meenam naar
zijn huis en een heel leuk opengesteld huis/museum. Ook de volgende
dag, nadat het wel was gelukt met de Turkmeense ambassade, brachten
we bij hem door, theedrinkend en interessante politieke discussies
voerend. En we werden voorgesteld aan zijn vriendin, een echte
schoonheid!
|
Kaz met vriendin. |
Het visum voor Turkmenistan was aangevraagd (twee weken later
konden we dat in Mashhad ophalen), de zaken waren geregeld, dus we
konden verder Iran in trekken!
Abyaneh en Esfehan
Kaz raadde ons aan om op weg naar Esfehan, Abyaneh te bezoeken.
Hij had gelijk. Abyaneh is een heel klein schilderachtig dorpje, waar
drie oude vrouwen en een geit wonen, en prachtige fotogenieke lemen
huizen staan. Dus daar hebben we een paar uurtjes rondgestruind.
De deurkloppers waren hier trouwens grappig, er hangen er namelijk
twee aan elke deur. Er is een dikke voor de mannen en een dunne voor
de vrouwen, zodat de mensen binnen weten wie er aan klopt en ze een
hijab om moeten doen of niet.
|
Abyaneh |
Naar Esfehan reden we over de snelweg (de wegen zijn trouwens echt
heel erg goed in Iran), dus daar waren we vrij snel. En konden we 's
middags meedoen aan de nationale sport van Iran: picknicken! Elk vrij
uurtje wordt er doorgebracht in een park, op een kleedje met
meergangenmaaltijden erbij. Dus daar deden wij ook onze bescheiden
versie van, ondertussen begiecheld aan alle kanten. We zijn erg veel
begiecheld, door pubermeisjes, jongens en politieagenten.
|
Imam plein in Esfehan |
Dus wij liepen nietsvermoedend over straat, een beetje te keuvelen
en te glimlachen naar iedereen die 'Hello!' tegen ons riep, werden we
ineens in het Nederlands aangesproken! Dat verwacht je niet. Edgar
was naar Iran gekomen om zijn Iraanse vrouw Tahere te bezoeken die
als alles meezit in de zomer naar Nederland komt. Het klikte meteen
enorm tussen ons, dus besloten we een kop thee te gaan drinken in een
traditioneel restaurant vlakbij. En eigenlijk hebben we de rest van
de dagen in Esfehan samen doorgebracht.
|
Tahere, Joris en Edgar (en naast fotograaf Sinsia zit een hele dikke kakkerlak) |
Behalve de volgende ochtend, want toen gingen we de Lonely Planet
wandeling maken door de stad. Helaas was het vrijdag, dus veel was
dicht, maar we bezochten wel de Jameh-moskee en de historische
bruggen. Daar waren vroeger veel theehuizen op, maar die zijn door
het regime allemaal gesloten, omdat het een populaire plaats werd
voor jongeren om elkaar te ontmoeten. Dat kan natuurlijk niet.
Maar er was nog wel één theehuis open, dus daar gingen wij ook
even wat drinken. Daar werd Joris de liefde verklaard ('So handsome,
I love you!') door een aantal bakvissen, terwijl Sins thee haalde.
Die moesten natuurlijk op de foto. Let vooral op de pleister op één
der neuzen. In Iran is de Nosejob extreem populair. Heel veel mannen
en vrouwen willen graag de Perzische knobbel op hun neus laten
weghalen, waardoor de plastische chirurgie welig tiert. De
populariteit gaat zelfs zo ver dat veel jonge mensen een pleister op
een neus plakken om de suggestie te wekken dat ze een nosejob hebben
gehad. Iran is een vreemd land.
|
Meisjes bij brugtheehuis |
|
Brug bij nacht |
De volgende dag werd de 33ste verjaardag van de Islamitische
revolutie gevierd. Ons werd aanbevolen om tijdens de demonstraties
die daarbij komen kijken, binnen te blijven. Alhoewel de meeste
mensen betaald worden om mee te doen en heel veel mensen ons
verzekerden dat ze het allemaal maar stom vonden, leek het ons beter
om in het hotel te blijven. Er hoeft maar één gek tussen te zitten.
Het was ook alleen maar 's ochtends, dus dat viel nog wel mee.
Toen we 's middags weer op het centrale plein kwamen vonden we dit
soort borden. Op zich zijn wij het daar ook wel mee eens, maar niet
als het door Ahmednijad wordt geroepen. Die is zelf geen haar beter.
|
Demonstratiebord |
's Middags werden we met ons vieren opgepikt door Amin en Nassim,
die Edgar via iemand in Nederland kende. We werden uitgenodigd om te
komen eten en er werd ons een uitgebreid feestmaal voorgeschoteld.
Oom Saïd en zoontje Sepeh schoven ook aan en het maal draaide uit op
een geweldige avond met een film (Knocked-Up), leuke politieke en
religieus-filosofisch discussies, goede grappen van Saïd en dansen
tot diep in de nacht! Iraanse mensen zijn echt fantastisch.
|
Feestmaal |
Met een licht katerig gevoel (dat ligt dus niet alleen aan de
alcohol), bezochten we de volgende ochtend de Imam-moskee. Misschien
wel de mooiste van het land. De moskees bestaan meestal uit een
toegangspoort, met daarna een plein, met daaromheen allemaal van dit
soort bogen/koepels/ruimtes. De tegels zijn echt heel mooi en overal
waar je kijkt staat 'God', 'Ali' of 'Mohammed' gekaligrafeerd.
|
Eén der gevels van de Imam-moskee |
|
Detail |
We bezochten ook nog even de bazaar, waar we wederom werden
opgepikt door een oude man die ons een mausoleum van één van de
broers van Imam Reza (belangrijke Shi'itische leider) liet zien.
|
Sinsia in chador en Joris in mausoleum |
Dat waren de leuke dingen in Esfahan, maar hier
gebeurden ook vervelende dingen.
In de lobby van ons hotel waren we met Edgar en Tahereh
wat films aan het uitwisselen, toen er een malloot naar ons toe
(één van de schoonmakers) kwam en in het Farsi tegen Tahereh begon
te fulmineren: "Wat is je relatie met deze man, waarom zit je zo
dicht op hem, je moet aan de andere kant van dit kussen gaan zitten,
blablabla...", waarop Tahere zei: "Waar bemoei je je mee,
je bent toch geen politie?". De malloot droop af, maar liep wel
naar zijn collega's. Hij had gezien hoe we een uur eerder Edgar en
Tahereh onze auto hadden laten zien, en begon tegen zijn collega's
een verhaal over hoe we daar 'verboden dingen' hadden gedaan. Aan het
gezicht van Tahereh zagen we wat er aan de hand was, en je zult
begrijpen dat de schok groot was. Gelukkig werden we op dat moment
opgehaald door Amin, die nadat hij hoorde wat er gebeurd was, woedend
het hotel binnen stormde. Nadat hij dreigde de politie erbij te
halen, boodt de malloot schorvoetend zijn excuses aan.
De volgende dag bij het uitchecken besloot Sinsia het voorval nog
aan te kaarten bij de aardige man die ons steeds hielp en niet bij
het incident aanwezig was. Hij reageerde geschokt, waarop een andere
malloot die er ook bij stond zei: "Nee, ze kent de regels, dus
het is haar eigen schuld.". Het personeel dat erbij stond,
lachte Sinsia uit. Ga dus niet naar het Totia hotel in Esfehan. Er
werken idioten
Toen we vervolgens Esfehan verleten en 's avonds de
auto parkeerden om te gaan slapen en eten, stopte er ineens een
trekker met mestkar voor de bus (zodat we niet weg konden). Er
stapten twee jongens uit die aan de bus begonnen te schudden. We
schrokken ons een hoedje en stapten uit om te kijken wat er aa de
hand was. De jongens waren duidelijk onder invloed en na wat
verwarring boden ze ons ineens drugs aan (op drugsgebruik staat de
doodstraf in Iran). Dat was voor ons het teken om te maken dat we weg
kwamen. Dat was nare ervaring twee.
Nare ervaring drie was de volgende dag. We gingen
tanken, en werden geholpen door een bediende.Vanuit het niets kwam
een collega van hem met een balk om hem af en begon hem (heel hard)
te slaan en te schoppen. Gelukkig werden ze al snel uit elkaar
gehaald door omstanders, maar echt prettig is anders.
Drie nare ervaringen in twee dagen was wat veel.
Gelukkig kwamen we in Persepolis aan waar het weer beter was en de
mensen weer lief.
Persepolis, Shiraz en Pasargadae
We waren klaar om weer plezier te hebben en op weg naar Shiraz
deden we Persepolis aan (dat is toch vet, dat je kan zeggen: "We
zijn in Persepolis!"). We kwamen 's avonds aan en mochten van de
parkeerwachters op de parking slapen. Dat mocht niet van de politie,
want die vonden dat te gevaarlijk, dus moesten we vijftig meter
verderop bij het politiebureau staan. Wel op dezelfde parking. Lekker
zinvol, maar lief bedoeld en ons vertrouwen in de mensheid was weer
hersteld.
De volgende ochtend bezochten we de stad. Nou ja, stad, meer een
verzameling paleizen van Darius, Cyrus en kornuiten, koningen van het
ooit zo grote Perzische rijk. Vooral de reliëfs waren echt prachtig,
maar ook de beelden en de grootsheid van het gebeuren. Buiten de
poorten had de laatste shah van Iran een tentenstad laten bouwen,
compleet met marmeren badkamers, om het 2500 jarig bestaan van de
Perzische dynastie te vieren. Waanzinnig.
|
Reliëf in Persepolis |
Klaar met Persepolis en weer opgevrolijkt reden we tien kilometer
verder naar Naqsh-e-Rostam, de tombes van diezelfde koningen. Daar
mochten we van de wachters weer lekker relaxed op de parking slapen.
Maar ook hier weer achter het touwtje, dat was beter. Ook op deze
tombes staan prachtige reliëfs en ze zijn heel groot. Erg mooi.
De volgende dag gingen we naar Shiraz, een stad vol met mooie
tuinen. Hier werden we al snel opgepikt door Abbas, die ons hielp met
zoeken naar een nieuwe watertank met kraan. Onze waterzakken waren
namelijk kapot gevroren. En natuurlijk moesten we ook mee naar zijn
huis om thee te drinken. Daar praatten we met Nazgul de papegaai, die
keurig terug groette en floot. En Abbas gaf ons een prachtig cadeau,
namelijk een Engelse vertaling van
Golestan van Sa'adi, één
van de grote dichters van Iran.
Verder bezochten we heel wat mooie tuinen, waar we snoepjes kregen
van toevallige voorbijgangers, begiecheld werden en lekker in de zon
konden picknicken. Over begiecheld worden gesproken: groepen
bakvissen kunnen er wat van. In de Vakil-hammam, echt een prachtig
gebouw, werd een hele bus uitgeladen die ons uitgebreid bekeken en
bespraken. Erg eng om je er een weg door naar buiten te banen.
|
Bakvissen in de hammam |
Eén van de andere grote dichters in Iran is Hafez die in Shiraz
begraven ligt. Om de één of andere reden is poëzie heel erg
populair in Iran, en zijn mausoleum wordt dan ook bezocht door
drommen mensen, waaronder wij. Het is Shiraz, dus er lag een mooie
tuin omheen, waar we een lekker kopje thee dronken in het
theehuis. Ook kochten we er een enorm kitscherig Engelse vertaling
van zijn gedichten.
En ow ja, het regende in Shiraz! En dat is bijzonder in de
woestijn, dus iedereen riep tegen ons dat we zo'n geluk hadden met
het weer!
|
Tombe van Hafez |
In het rotweer (echt koud en regen) verlieten we Shiraz weer en
gingen naar Pasargadae. Ook dit is een paleizenstad, maar groter en
er was veel minder van over. Pronkstuk was de tombe van Cyrus, waar
mensen huilend bij door hun knieën gingen. Blijkbaar betekent die
naam nog heel veel voor (sommige) mensen in Iran. Alle schatten in
deze twee paleissteden zijn trouwens door Alexander de Grote (lees:
de Plunderaar) geroofd.
|
Tombe van Cyrus |
Een stuk verder gereden was er eerst een koufront met heel veel
sneeuw weer, maar eenmaal daar doorheen klaarde het weer op. We
trokken de woestijn in!
|
Regenboog in de woestijn |
Yazd en de woestijn
Je moet begrijpen dat alleen het noordwesten van Iran eigenlijk
geen woestijn is. Maar het voelt alsof de laagvlakte in het midden
van het land pas ècht woestijn is. Het werd daar warmer, 's nachts
nog wel koud, er groeide minder en de huizen werden woestijnachtiger.
Op weg naar Yazd deden we eerst Abarqu aan, een klein stadje met
mooi bewaard gebleven historische gebouwen. De woestijnbewoners zijn
erg inventief met warmte en vooral verkoeling. Dit is bijvoorbeeld
een ijshuis, waarin ijs werd opgeslagen die zelfs bevroren bleef in
de verzengende hitte (40 graden of meer) van de zomer. Door de vorm
van het gebouw blijft het binnen koel, iets dat we ook voelde.
Ook in Abarquh bezochten we een gerestaureerd huis met
badgirs.
Een badgir is een soort natuurlijke airconditioning. Het is een toren
op een huis die wind het huis in voert en warme lucht het huis uit.
Hoe het werkt, geen idee, maar ze stonden overal in de streek, dus
het zal wel werken.
|
IJshuis in Abarquh |
Ook in Abarquh stond een 4000 jaar oude cypres. Leuk.
|
Leuk. |
Vlakbij Yazd (kleine stad, slechts 300.000 inwoners), bevindt zich
deze prachtig gerestaureerde Kervanserai. Hier liep vroeger de
zijderoute langs en om de 40 à 50 kilometer stond een kervanserai,
waar de handelaren hun kamelen konden parkeren en konden uitrusten.
Nu omgebouwd tot een prachtig hotel, maar wij mochten er ook bij
staan met de bus en er slapen. De volgende ochtend kregen we brood en
kokend water ("You are my friend!").
|
Zein o Din kervanserai |
Hier sliepen ook Rosa uit Mexico en Adriana uit Colombia met hun gids Mehdi, door wie we uitgenodigd werden om samen met hen een wandeling door de woestijn te maken. Gezellig!
|
Niet veel later hadden ook Adriana en Sinsia geen
hoofddoek meer om. Top!
|
's Middags reden we naar Yazd, een soort Abyaneh in het groot. Dus een hele stad met lemen huizen en in plaats van in de bergen, in de woestijn, dus helemaal vol met badgirs. Echt een stad met hele smalle straatjes waar we flink in zijn verdwaald.
|
Afbrokkelend Yazd |
|
Straat in Yazd |
Een stad in Iran is niet compleet zonder dat je wordt opgepikt
door locals. Ditmaal door deze twee studentes, die ons een moskee
lieten zien, met ons een ijsje aten en ons vertelden waar we de
lekkerste snoepjes konden kopen. Elke Iraanse stad heeft namelijk
haar eigen specialiteit. In Esfehan was dat qaz, een soort nougat
(niet zo lekker). In Yazd waren het een soort kleine gemberkoekjes,
heel erg lekker. Met Mehdi en Adriana hadden we er de avond tevoren,
tijdens een potje kaarten, al een zak van verorberd.
Dit is trouwens ons hotel, het Silk Road Hotel. Echt een prachtig
gebouw met kamers aan de binnenplaats en heerlijk (vegetarisch!)
eten.
|
Wij met de meiden voor onze kamer |
Na een prettig verblijf in Yazd trokken we verder de woestijn in.
Ongeveer 50 km ten noorden van Yazd bezochten we Chak Chak (vrij
vertaald: Drup Drup), een heilige plek voor de Zoroastriërs. Het
Zoroastrische geloof is het oudste monotheïstische geloof, waarbij
de betreffend profeet (Zarathustra) verkondigde dat je richting het
licht moest bidden. Het enige licht dat indertijd bedwongen kon
worden was vuur, dus werden er vuurtempels opgericht. In Yazd hadden
we daar al een van bezocht.
Maar hier in Chak Chak was er één tegen een bergwand aan.Volgens
de legende wierp een prinses haar staf tegen de berg, waarop er
prompt water uit kwam. Een goede plek voor een tempel.
En natuurlijk heeft elk geloof haar eigen gebruiken, dus hier
moest ik ook een hoedje op.
|
Vuurtempel met op de achtergrond het heilige vuur |
Tsja als je in de woestij gaat slapen, langs de zijderoute wat verwacht je dan? Juist, kamelen! Die zagen we dus bij bosjes.
|
Schip van de woestijn-kaas |
Wat echt gaaf is, zijn de oases. We bezochten Garmeh, een typisch
oase dorpje. Wat je verwacht van een oase maakt Garmeh waar. Een
poeltje omringt met palmbomen en afbrokkelende lemen huizen. En
natuurlijk is een Iraanse plek niet compleet als je niet wordt
opgepikt door iemand. Ditmaal door Ali bij de bron van het dorpje,
waar allemaal visjes in zwommen die aan je voeten knabbelden als je
ging pootje baden. Een heel apart gevoel als ze aan je voeten pikten.
Maar die waren wel erg schoon daarna.
|
Ali en kornuiten met de voeten in de bron. |
Ali en zijn vrienden namen ons mee naar een prachtige plek vlakbij de oase, waar je fossielen kon vinden. Een hele zak vol, was de score. En we kregen een paar dozen vol met de lokale dadelsnoepjes. Echt hartverwarmend.
|
De fossilcrew met mensen uit Tehran, Garmeh, Qazvin
en Utrecht
|
Heerlijk voldaan en weer wat ervaringen en vrienden rijker
verlieten we de woestijn en togen we naar Mashhad om onze Turkmeense
visa op te halen.
Mashhad
Mashhad is niet een erg mooie stad, maar haar bestaansrecht dankt
de stad aan het Imam Reza -vrede zij met hem- heiligdom (kortweg
Haram) in het midden. Die Haram is echt een ongelofelijk ding. Het is
een stad in een stad, die zich voortdurend uitbreid en de
belangrijkste plek is voor de Iraanse Shi'ieten. Hier ligt Imam Reza,
vrede zij met hem. Mashhad betekent 'plek van martelaar', dus hier is
hij gestorven (vergiftigd door tegenstanders).
Het grootste gedeelte van het heiligdom is toegankelijk voor
niet-moslims, op het mausoleum en de moskee na. Je wordt als
westerling dan ook gelijk bij de ingang opgevangen door een keurig
Engels sprekende en vriendelijke man, die je naar het internationale
agentschap brengt en zorgt dat je niet de verboden plekken in
klungelt.
In het agentschap kregen we een tas vol propaganda, waaronder
prachtige boeken over het heiligdom, en werd ons een film en een gids
voorgeschoteld, die ons en Koichi de fietsende Japanner zou
rondleiden. De gids was Javad.
|
Onder de gouden koepel ligt Imam Reza, vrede zij met
hem.
|
|
Sinsia moest natuurlijk weer een chador aan, ditmaal
haar eigen! Een prachtig verjaardags-tenue.
|
Javad heeft ons het hele heiligdom laten zien, inclusief musea.
Het Qur'an museum was helaas dicht, maar Fatima van het centrale
museum nodigde ons uit om de volgende dag terug te komen en dan zou
zij ons daar rondleiden. Dat deed ze met verve, en dat zeggen we niet
alleen omdat ze ons ego streelde door te zeggen dat wij mensen waren
met een goed hart. En Sinsia moest zich maar bekeren, want ze was al
bijna moslim ("Really? You know about Qur'an?").
Imam Reza, vrede zij met hem, is zo belangrijk dat mensen echt in
tranen bij zijn mausoleum staan te bidden. En Javad maakte elke keer
als de gouden koepel in beeld kwam weer een buiging en zei een gebed.
Ook de taxichauffeur die ons terug van het restaurant naar het hotel
reed, zei een gebed toen het ding in beeld kwam. Bijzonder om dat op
die manier te zien.
Javad vond ons inmiddels zo leuk, dat hij ons meenam naar Rocky
Hill, een rotsige heuvel aan de rand van de stad, ons thee aanbood in
zijn naai-atelier, ons voorstelde aan zijn baas, die Sinsia prompt
twee turkooise steentjes als verjaardagscadeau gaf, en aan zijn zoon
die manteaus verkocht. En natuurlijk was hij er de volgende dag ook
bij in het Qur'an museum.
|
Joris en Javad op de Rotsige Heuvel
|
|
Komkommertaart! |
Het transitvisum voor Turkmenistan was inmiddels binnen zonder
problemen, maar helaas wel voor maar drie dagen. En dan moest
natuurlijk de auto wel schoon, want in Turkmenistan kan je een boete
krijgen als je met een vieze auto de stad in rijdt.
En zo verlieten we Iran!