zondag 4 maart 2012

Mullahs en Nosejobs

Iran is een onvergetelijk land. De mooiste steden, de vriendelijkste mensen en prachtige natuur. We hebben er vrienden gemaakt en voelden ons als filmsterren, omdat we overal werden aangesproken en uitgenodigd bij mensen thuis. Het landschap is prachtig. Bergen en woestijn wisselen elkaar af.
Maar we hebben ook een heel klein beetje geproefd van hoe het moet zijn om hier (als vrouw in het bijzonder) te wonen. Het is een land van extremen. Het ene moment moet je een vechtpartij ontwijken in de bazaar, om het volgende moment uitgenodigd te worden voor thee. Mensen zijn enorm gastvrij, maar lopen ook voortdurend op hun tenen door het regime. Dus de vlam slaat snel in de pan. 
Over het algemeen, op een paar echt nare ervaringen na, gelukkig geconcentreerd in twee dagen, hebben we een fantastische tijd gehad. En gaan we zeker nog een keer terug, want het land is te groot om in dertig dagen te bekijken.

Tabriz en Tehran

We kwamen Iran binnen in Bazargan, vlakbij Tabriz, de eerste van vele miljoenensteden in het land. We werden al snel opgepikt door de lokale toeristenvanger, die ons hielp met het wisselen van geld en het kopen van een simkaart en een goede kaart van Iran. Door de boycot kan je in het land namelijk niet pinnen en doet de telefoon het niet.
We bezochten de bazaar en aten er de plaatselijke specialiteit; brood met aardappel. Hier begon ook onze filmsterstatus. Omdat er bijna geen westerse toeristen komen, is iedereen erg benieuwd waar we vandaan komen en wat we van Iran vinden. Dus we hadden al snel gesprekken met meisjes en mannen.
Bazaar van Tabriz.
Maar omdat we snel door wilden  naar Tehran om het visum voor Turkmenistan te regelen bleven we maar eventjes in Tabriz. En het begon keihard te sneeuwen. Die eerste dagen in Iran waren een beetje saai, omdat we in no-time de duizend kilometer naar Tehran aflegden. Bovendien was het dus extreem koud. We hebben één nacht met draaiende motor doorgebracht, omdat het buiten  -10 á -15 graden was.
IJspegels aan het wiel.
We besloten niet in Tehran zelf te gaan slapen maar in een wintersportgebiedje in de buurt, zodat we niet met die grote bus de stad helemaal in hoefden te rijden. Daarvoor moesten we wel nog de stad via de express-wegen door, wat al een hachelijk avontuur was. In Iran zijn namelijk geen verkeersregels. Maximumsnelheid bestaat niet, je mag gewoon rechts inhalen en op een tweebaansweg voor een stoplicht passen ook wel vijf auto's naast elkaar. Daarbovenop is het in Tehran ook nog eens extreem druk (zestien miljoen mensen) en heeft iedereen een auto, want openbaar vervoer is 'in ontwikkeling'. Aan het eind van de maand in Iran waren we wel aan het verkeer gewend, maar het is nu toch ook wel heel lekker om door Uzbekistan te rijden, waar het allemaal veel rustiger gaat.
Maar goed, Tehran dus. We sliepen in Meygoon in een extreem chique hotel (35 euro) en Hussein, de vriendelijke taxichauffeur, bracht ons voor een tienje naar de Turkmeense ambassade. Die bleek echter dicht, ondanks dat er op deur stond dat het ding open was. Er restte ons niks anders dan de stad te gaan bekijken en het de volgende dag het nog een keer te proberen. Amir, die ook tevergeefs naar de ambassade was gekomen, bracht ons naar een metrostation om in het centrum te komen. Daar bezochten we een museum/paleis, heel indrukwekkend.
Golestan-paleis

We wilden ook graag naar de bazaar, die zijn echt gigantisch in Iran, maar voordat we die inliepen werden we aangesproken door Kaz, een Iraniër die in Californië woont, maar nu bij zijn moeder in Tehran was. Echt een super aardige man die ons gelijk meenam naar zijn huis en een heel leuk opengesteld huis/museum. Ook de volgende dag, nadat het wel was gelukt met de Turkmeense ambassade, brachten we bij hem door, theedrinkend en interessante politieke discussies voerend. En we werden voorgesteld aan zijn vriendin, een echte schoonheid!
Kaz met vriendin.
Het visum voor Turkmenistan was aangevraagd (twee weken later konden we dat in Mashhad ophalen), de zaken waren geregeld, dus we konden verder Iran in trekken!



Abyaneh en Esfehan



Kaz raadde ons aan om op weg naar Esfehan, Abyaneh te bezoeken. Hij had gelijk. Abyaneh is een heel klein schilderachtig dorpje, waar drie oude vrouwen en een geit wonen, en prachtige fotogenieke lemen huizen staan. Dus daar hebben we een paar uurtjes rondgestruind.
De deurkloppers waren hier trouwens grappig, er hangen er namelijk twee aan elke deur. Er is een dikke voor de mannen en een dunne voor de vrouwen, zodat de mensen binnen weten wie er aan klopt en ze een hijab om moeten doen of niet.
Abyaneh

Naar Esfehan reden we over de snelweg (de wegen zijn trouwens echt heel erg goed in Iran), dus daar waren we vrij snel. En konden we 's middags meedoen aan de nationale sport van Iran: picknicken! Elk vrij uurtje wordt er doorgebracht in een park, op een kleedje met meergangenmaaltijden erbij. Dus daar deden wij ook onze bescheiden versie van, ondertussen begiecheld aan alle kanten. We zijn erg veel begiecheld, door pubermeisjes, jongens en politieagenten.
Imam plein in Esfehan

Dus wij liepen nietsvermoedend over straat, een beetje te keuvelen en te glimlachen naar iedereen die 'Hello!' tegen ons riep, werden we ineens in het Nederlands aangesproken! Dat verwacht je niet. Edgar was naar Iran gekomen om zijn Iraanse vrouw Tahere te bezoeken die als alles meezit in de zomer naar Nederland komt. Het klikte meteen enorm tussen ons, dus besloten we een kop thee te gaan drinken in een traditioneel restaurant vlakbij. En eigenlijk hebben we de rest van de dagen in Esfehan samen doorgebracht.
Tahere, Joris en Edgar (en naast fotograaf Sinsia zit een hele dikke kakkerlak)
Behalve de volgende ochtend, want toen gingen we de Lonely Planet wandeling maken door de stad. Helaas was het vrijdag, dus veel was dicht, maar we bezochten wel de Jameh-moskee en de historische bruggen. Daar waren vroeger veel theehuizen op, maar die zijn door het regime allemaal gesloten, omdat het een populaire plaats werd voor jongeren om elkaar te ontmoeten. Dat kan natuurlijk niet.
Maar er was nog wel één theehuis open, dus daar gingen wij ook even wat drinken. Daar werd Joris de liefde verklaard ('So handsome, I love you!') door een aantal bakvissen, terwijl Sins thee haalde. Die moesten natuurlijk op de foto. Let vooral op de pleister op één der neuzen. In Iran is de Nosejob extreem populair. Heel veel mannen en vrouwen willen graag de Perzische knobbel op hun neus laten weghalen, waardoor de plastische chirurgie welig tiert. De populariteit gaat zelfs zo ver dat veel jonge mensen een pleister op een neus plakken om de suggestie te wekken dat ze een nosejob hebben gehad. Iran is een vreemd land.
Meisjes bij brugtheehuis
Brug bij nacht
De volgende dag werd de 33ste verjaardag van de Islamitische revolutie gevierd. Ons werd aanbevolen om tijdens de demonstraties die daarbij komen kijken, binnen te blijven. Alhoewel de meeste mensen betaald worden om mee te doen en heel veel mensen ons verzekerden dat ze het allemaal maar stom vonden, leek het ons beter om in het hotel te blijven. Er hoeft maar één gek tussen te zitten. Het was ook alleen maar 's ochtends, dus dat viel nog wel mee.
Toen we 's middags weer op het centrale plein kwamen vonden we dit soort borden. Op zich zijn wij het daar ook wel mee eens, maar niet als het door Ahmednijad wordt geroepen. Die is zelf geen haar beter.
Demonstratiebord

's Middags werden we met ons vieren opgepikt door Amin en Nassim, die Edgar via iemand in Nederland kende. We werden uitgenodigd om te komen eten en er werd ons een uitgebreid feestmaal voorgeschoteld. Oom Saïd en zoontje Sepeh schoven ook aan en het maal draaide uit op een geweldige avond met een film (Knocked-Up), leuke politieke en religieus-filosofisch discussies, goede grappen van Saïd en dansen tot diep in de nacht! Iraanse mensen zijn echt fantastisch.
Feestmaal

Met een licht katerig gevoel (dat ligt dus niet alleen aan de alcohol), bezochten we de volgende ochtend de Imam-moskee. Misschien wel de mooiste van het land. De moskees bestaan meestal uit een toegangspoort, met daarna een plein, met daaromheen allemaal van dit soort bogen/koepels/ruimtes. De tegels zijn echt heel mooi en overal waar je kijkt staat 'God', 'Ali' of 'Mohammed' gekaligrafeerd.
Eén der gevels van de Imam-moskee
Detail

We bezochten ook nog even de bazaar, waar we wederom werden opgepikt door een oude man die ons een mausoleum van één van de broers van Imam Reza (belangrijke Shi'itische leider) liet zien.
Sinsia in chador en Joris in mausoleum
Dat waren de leuke dingen in Esfahan, maar hier gebeurden ook vervelende dingen. 
In de lobby van ons hotel waren we met Edgar en Tahereh wat films aan het uitwisselen, toen  er een malloot naar ons toe (één van de schoonmakers) kwam en in het Farsi tegen Tahereh begon te fulmineren: "Wat is je relatie met deze man, waarom zit je zo dicht op hem, je moet aan de andere kant van dit kussen gaan zitten, blablabla...", waarop Tahere zei: "Waar bemoei je je mee, je bent toch geen politie?". De malloot droop af, maar liep wel naar zijn collega's. Hij had gezien hoe we een uur eerder Edgar en Tahereh onze auto hadden laten zien, en begon tegen zijn collega's een verhaal over hoe we daar 'verboden dingen' hadden gedaan. Aan het gezicht van Tahereh zagen we wat er aan de hand was, en je zult begrijpen dat de schok groot was. Gelukkig werden we op dat moment opgehaald door Amin, die nadat hij hoorde wat er gebeurd was, woedend het hotel binnen stormde. Nadat hij dreigde de politie erbij te halen, boodt de malloot schorvoetend zijn excuses aan.
De volgende dag bij het uitchecken besloot Sinsia het voorval nog aan te kaarten bij de aardige man die ons steeds hielp en niet bij het incident aanwezig was. Hij reageerde geschokt, waarop een andere malloot die er ook bij stond zei: "Nee, ze kent de regels, dus het is haar eigen schuld.". Het personeel dat erbij stond, lachte Sinsia uit. Ga dus niet naar het Totia hotel in Esfehan. Er werken idioten

Toen we vervolgens Esfehan verleten en 's avonds de auto parkeerden om te gaan slapen en eten, stopte er ineens een trekker met mestkar voor de bus (zodat we niet weg konden). Er stapten twee jongens uit die aan de bus begonnen te schudden. We schrokken ons een hoedje en stapten uit om te kijken wat er aa de hand was. De jongens waren duidelijk onder invloed en na wat verwarring boden ze ons ineens drugs aan (op drugsgebruik staat de doodstraf in Iran). Dat was voor ons het teken om te maken dat we weg kwamen. Dat was nare ervaring twee.

Nare ervaring drie was de volgende dag. We gingen tanken, en werden geholpen door een bediende.Vanuit het niets kwam een collega van hem met een balk om hem af en begon hem (heel hard) te slaan en te schoppen. Gelukkig werden ze al snel uit elkaar gehaald door omstanders, maar echt prettig is anders. 
Drie nare ervaringen in twee dagen was wat veel. Gelukkig kwamen we in Persepolis aan waar het weer beter was en de mensen weer lief.


Persepolis, Shiraz en Pasargadae


We waren klaar om weer plezier te hebben en op weg naar Shiraz deden we Persepolis aan (dat is toch vet, dat je kan zeggen: "We zijn in Persepolis!"). We kwamen 's avonds aan en mochten van de parkeerwachters op de parking slapen. Dat mocht niet van de politie, want die vonden dat te gevaarlijk, dus moesten we vijftig meter verderop bij het politiebureau staan. Wel op dezelfde parking. Lekker zinvol, maar lief bedoeld en ons vertrouwen in de mensheid was weer hersteld.
De volgende ochtend bezochten we de stad. Nou ja, stad, meer een verzameling paleizen van Darius, Cyrus en kornuiten, koningen van het ooit zo grote Perzische rijk. Vooral de reliëfs waren echt prachtig, maar ook de beelden en de grootsheid van het gebeuren. Buiten de poorten had de laatste shah van Iran een tentenstad laten bouwen, compleet met marmeren badkamers, om het 2500 jarig bestaan van de Perzische dynastie te vieren. Waanzinnig.
Reliëf in Persepolis

Klaar met Persepolis en weer opgevrolijkt reden we tien kilometer verder naar Naqsh-e-Rostam, de tombes van diezelfde koningen. Daar mochten we van de wachters weer lekker relaxed op de parking slapen. Maar ook hier weer achter het touwtje, dat was beter. Ook op deze tombes staan prachtige reliëfs en ze zijn heel groot. Erg mooi.

De volgende dag gingen we naar Shiraz, een stad vol met mooie tuinen. Hier werden we al snel opgepikt door Abbas, die ons hielp met zoeken naar een nieuwe watertank met kraan. Onze waterzakken waren namelijk kapot gevroren. En natuurlijk moesten we ook mee naar zijn huis om thee te drinken. Daar praatten we met Nazgul de papegaai, die keurig terug groette en floot. En Abbas gaf ons een prachtig cadeau, namelijk een Engelse vertaling van Golestan van Sa'adi, één van de grote dichters van Iran.

Verder bezochten we heel wat mooie tuinen, waar we snoepjes kregen van toevallige voorbijgangers, begiecheld werden en lekker in de zon konden picknicken. Over begiecheld worden gesproken: groepen bakvissen kunnen er wat van. In de Vakil-hammam, echt een prachtig gebouw, werd een hele bus uitgeladen die ons uitgebreid bekeken en bespraken. Erg eng om je er een weg door naar buiten te banen.
Bakvissen in de hammam
Eén van de andere grote dichters in Iran is Hafez die in Shiraz begraven ligt. Om de één of andere reden is poëzie heel erg populair in Iran, en zijn mausoleum wordt dan ook bezocht door drommen mensen, waaronder wij. Het is Shiraz, dus er lag een mooie tuin omheen, waar we een lekker kopje thee dronken  in het theehuis. Ook kochten we er een enorm kitscherig Engelse vertaling van zijn gedichten.
En ow ja, het regende in Shiraz! En dat is bijzonder in de woestijn, dus iedereen riep tegen ons dat we zo'n geluk hadden met het weer!
Tombe van Hafez

In het rotweer (echt koud en regen) verlieten we Shiraz weer en gingen naar Pasargadae. Ook dit is een paleizenstad, maar groter en er was veel minder van over. Pronkstuk was de tombe van Cyrus, waar mensen huilend bij door hun knieën gingen. Blijkbaar betekent die naam nog heel veel voor (sommige) mensen in Iran. Alle schatten in deze twee paleissteden zijn trouwens door Alexander de Grote (lees: de Plunderaar) geroofd.
Tombe van Cyrus

Een stuk verder gereden was er eerst een koufront met heel veel sneeuw weer, maar eenmaal daar doorheen klaarde het weer op. We trokken de woestijn in!
Regenboog in de woestijn

Yazd en de woestijn

Je moet begrijpen dat alleen het noordwesten van Iran eigenlijk geen woestijn is. Maar het voelt alsof de laagvlakte in het midden van het land pas ècht woestijn is. Het werd daar warmer, 's nachts nog wel koud, er groeide minder en de huizen werden woestijnachtiger.
Op weg naar Yazd deden we eerst Abarqu aan, een klein stadje met mooi bewaard gebleven historische gebouwen. De woestijnbewoners zijn erg inventief met warmte en vooral verkoeling. Dit is bijvoorbeeld een ijshuis, waarin ijs werd opgeslagen die zelfs bevroren bleef in de verzengende hitte (40 graden of meer) van de zomer. Door de vorm van het gebouw blijft het binnen koel, iets dat we ook voelde.
Ook in Abarquh bezochten we een gerestaureerd huis met badgirs. Een badgir is een soort natuurlijke airconditioning. Het is een toren op een huis die wind het huis in voert en warme lucht het huis uit. Hoe het werkt, geen idee, maar ze stonden overal in de streek, dus het zal wel werken.
IJshuis in Abarquh
Ook in Abarquh stond een 4000 jaar oude cypres. Leuk.
Leuk.

Vlakbij Yazd (kleine stad, slechts 300.000 inwoners), bevindt zich deze prachtig gerestaureerde Kervanserai. Hier liep vroeger de zijderoute langs en om de 40 à 50 kilometer stond een kervanserai, waar de handelaren hun kamelen konden parkeren en konden uitrusten. Nu omgebouwd tot een prachtig hotel, maar wij mochten er ook bij staan met de bus en er slapen. De volgende ochtend kregen we brood en kokend water ("You are my friend!").
Zein o Din kervanserai
Hier sliepen ook Rosa uit Mexico en Adriana uit Colombia met hun gids Mehdi, door wie we uitgenodigd werden om samen met hen een wandeling door de woestijn te maken. Gezellig!
Niet veel later hadden ook Adriana en Sinsia geen hoofddoek meer om. Top!
's Middags reden we naar Yazd, een soort Abyaneh in het groot. Dus een hele stad met lemen huizen en in plaats van in de bergen, in de woestijn, dus helemaal vol met badgirs. Echt een stad met hele smalle straatjes waar we flink in zijn verdwaald.
Afbrokkelend Yazd
Straat in Yazd
Een stad in Iran is niet compleet zonder dat je wordt opgepikt door locals. Ditmaal door deze twee studentes, die ons een moskee lieten zien, met ons een ijsje aten en ons vertelden waar we de lekkerste snoepjes konden kopen. Elke Iraanse stad heeft namelijk haar eigen specialiteit. In Esfehan was dat qaz, een soort nougat (niet zo lekker). In Yazd waren het een soort kleine gemberkoekjes, heel erg lekker. Met Mehdi en Adriana hadden we er de avond tevoren, tijdens een potje kaarten, al een zak van verorberd.
Dit is trouwens ons hotel, het Silk Road Hotel. Echt een prachtig gebouw met kamers aan de binnenplaats en heerlijk (vegetarisch!) eten.
Wij met de meiden voor onze kamer
Na een prettig verblijf in Yazd trokken we verder de woestijn in. Ongeveer 50 km ten noorden van Yazd bezochten we Chak Chak (vrij vertaald: Drup Drup), een heilige plek voor de Zoroastriërs. Het Zoroastrische geloof is het oudste monotheïstische geloof, waarbij de betreffend profeet (Zarathustra) verkondigde dat je richting het licht moest bidden. Het enige licht dat indertijd bedwongen kon worden was vuur, dus werden er vuurtempels opgericht. In Yazd hadden we daar al een van bezocht.
Maar hier in Chak Chak was er één tegen een bergwand aan.Volgens de legende wierp een prinses haar staf tegen de berg, waarop er prompt water uit kwam. Een goede plek voor een tempel.
En natuurlijk heeft elk geloof haar eigen gebruiken, dus hier moest ik ook een hoedje op.
Vuurtempel met op de achtergrond het heilige vuur
Tsja als je in de woestij gaat slapen, langs de zijderoute wat verwacht je dan? Juist, kamelen! Die zagen we dus bij bosjes.
Schip van de woestijn-kaas

Wat echt gaaf is, zijn de oases. We bezochten Garmeh, een typisch oase dorpje. Wat je verwacht van een oase maakt Garmeh waar. Een poeltje omringt met palmbomen en afbrokkelende lemen huizen. En natuurlijk is een Iraanse plek niet compleet als je niet wordt opgepikt door iemand. Ditmaal door Ali bij de bron van het dorpje, waar allemaal visjes in zwommen die aan je voeten knabbelden als je ging pootje baden. Een heel apart gevoel als ze aan je voeten pikten. Maar die waren wel erg schoon daarna.
Ali en kornuiten met de voeten in de bron.
Ali en zijn vrienden namen ons mee naar een prachtige plek vlakbij de oase, waar je fossielen kon vinden. Een hele zak vol, was de score. En we kregen een paar dozen vol met de lokale dadelsnoepjes. Echt hartverwarmend.

De fossilcrew met mensen uit Tehran, Garmeh, Qazvin en Utrecht

Heerlijk voldaan en weer wat ervaringen en vrienden rijker verlieten we de woestijn en togen we naar Mashhad om onze Turkmeense visa op te halen.



Mashhad

Mashhad is niet een erg mooie stad, maar haar bestaansrecht dankt de stad aan het Imam Reza -vrede zij met hem- heiligdom (kortweg Haram) in het midden. Die Haram is echt een ongelofelijk ding. Het is een stad in een stad, die zich voortdurend uitbreid en de belangrijkste plek is voor de Iraanse Shi'ieten. Hier ligt Imam Reza, vrede zij met hem. Mashhad betekent 'plek van martelaar', dus hier is hij gestorven (vergiftigd door tegenstanders).
Het grootste gedeelte van het heiligdom is toegankelijk voor niet-moslims, op het mausoleum en de moskee na. Je wordt als westerling dan ook gelijk bij de ingang opgevangen door een keurig Engels sprekende en vriendelijke man, die je naar het internationale agentschap brengt en zorgt dat je niet de verboden plekken in klungelt.
In het agentschap kregen we een tas vol propaganda, waaronder prachtige boeken over het heiligdom, en werd ons een film en een gids voorgeschoteld, die ons en Koichi de fietsende Japanner zou rondleiden. De gids was Javad.
Onder de gouden koepel ligt Imam Reza, vrede zij met hem.
Sinsia moest natuurlijk weer een chador aan, ditmaal haar eigen! Een prachtig verjaardags-tenue.

Javad heeft ons het hele heiligdom laten zien, inclusief musea. Het Qur'an museum was helaas dicht, maar Fatima van het centrale museum nodigde ons uit om de volgende dag terug te komen en dan zou zij ons daar rondleiden. Dat deed ze met verve, en dat zeggen we niet alleen omdat ze ons ego streelde door te zeggen dat wij mensen waren met een goed hart. En Sinsia moest zich maar bekeren, want ze was al bijna moslim ("Really? You know about Qur'an?").
Imam Reza, vrede zij met hem, is zo belangrijk dat mensen echt in tranen bij zijn mausoleum staan te bidden. En Javad maakte elke keer als de gouden koepel in beeld kwam weer een buiging en zei een gebed. Ook de taxichauffeur die ons terug van het restaurant naar het hotel reed, zei een gebed toen het ding in beeld kwam. Bijzonder om dat op die manier te zien.
Javad vond ons inmiddels zo leuk, dat hij ons meenam naar Rocky Hill, een rotsige heuvel aan de rand van de stad, ons thee aanbood in zijn naai-atelier, ons voorstelde aan zijn baas, die Sinsia prompt twee turkooise steentjes als verjaardagscadeau gaf, en aan zijn zoon die manteaus verkocht. En natuurlijk was hij er de volgende dag ook bij in het Qur'an museum.
Joris en Javad op de Rotsige Heuvel
Komkommertaart!

Het transitvisum voor Turkmenistan was inmiddels binnen zonder problemen, maar helaas wel voor maar drie dagen. En dan moest natuurlijk de auto wel schoon, want in Turkmenistan kan je een boete krijgen als je met een vieze auto de stad in rijdt.
En zo verlieten we Iran!

5 opmerkingen:

  1. Wow, te gek! En gelukkig maar twee dagen vervelend van een hele maand en is het algemene gevoel positief. Hoe was Turkmenistan?
    Ik kijk alweer uit naar het volgende verhaal!
    Dikke kus!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wauw, wat een verhalen! :O Het ziet er fantastisch uit, jullie beleven echt een gigantisch avontuur zeg! En jullie inspireren heel erg, gave dingen die jullie doen en zien en meemaken!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb jullie verhaal in één ruk uitgelezen. Wat een prachtig land! Het doet me een klein beetje denken aan onze reis door Jordanië maar dit is veel extremer in alle vormen. Ik ben jaloers. Jullie verhaal heeft het gevoel dat ik ook eens naar Iran wil alleen maar versterkt!

    XXX Marleen

    Ps. Sins, Heel erg bedankt voor je super lieve mail! Het is helemaal niet erg dat jullie niet in Nederland waren tijdens deze vervelende gebeurtenis. Door je mail voel ik me al heel erg gesteund! Ik mis je ook. Heb ontzettend veel zin in een heerlijk avondje met z'n allen rond de vuurkorf in onze tuin! Kunnen we al jullie verhalen horen en foto's kijken. Maar tot de tijd, geniet er van! Voor je het weet ben je alweer thuis.....

    BeantwoordenVerwijderen
  4. hi I hope you get nice moment in iran . I saw your pic specially in mashhad by mr khorshidi.enjoy yourself
    hadi moafian
    guide in museum of astan quds and fateme bodaghabadi
    p.s happy your birthday.(mr khorshidi told me)
    p.s it is my email moafianhadi@yahoo.com moafianhadi@gmail.com

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een mooie verhalen, prachtig! Ik beloof je dat ik nooit in het Totia hotel in Esfehan zal gaan logeren. Stomme mensen. Gelukkig ook heel veel lieve mensen! Ik had nooit verwacht dat jullie ook zoveel kou tegemoet zouden gaan, eigenlijk leren lezers van jullie blog heel veel over deze regio! Ik ben nog heel benieuwd wat bakvissen nou zijn, maar het is vast is wat beter niet in het engels vertaald kan worden.. Liefs!

    BeantwoordenVerwijderen