dinsdag 22 mei 2012

Stof!


Mongolië is werkelijk een adembenemend land. Het is verschrikkelijk uitgestrekt, erg ongerept en je vindt er hele coole beesten. Maar het is ook een vermoeiend land, als je, zoals wij, zo eigenwijs moet zijn om er met je eigen auto doorheen te rijden. Want de 'wegen' zijn, nou ja, Mongools. Meestal zijn het zand-/grasbanen, soms moet je je door een moeras heen wurmen en overal zitten kuilen zo groot dat er hele kuddes yaks in verdwijnen. Dus het gaat langzaam, maar het is het wel waard, want het is erg avontuurlijk.
Hier lag een beetje te veel zand op de weg en moesten we een half uur zwoegen met schop en rijplaten om er weer uit te raken. Gelukkig hielden deze paarden ons gezelschap en gaven ze ons, zachtjes hinnikend, morele steun.
Via een andere weg, kwamen we toch bij het Hustai Nationaal Park, waar deze mooie Takhi paardjes in het wild leven. Het zijn de laatste wilde paarden van de wereld en uitgezet door (onder andere) Nederlandse dierentuinen. In het gerkamp bij de ingang van het park mochten we onze bus parkeren, slapen en kregen we lekkere Mongoolse vodka! Gezelligheid.
Deze kraanvogels zien we om de haverklap in paartjes langs de weg lopen.
Deze roofvogels zien we om de haverklap rondjes om onze bus vliegen.
Dit is het Erdene Zuu klooster in Kharkhorin (in het Westen beter bekend als Karakorum). Een mooi klooster met daarnaast de ruïnes van de hoofdstad van het grote Mongoolse rijk van Chinggis Khan. Het klooster is mooi, van de ruïnes zijn alleen nog twee beelden van schildpadden over.
En deze piemel! Hij staat gericht op een vaginale heuvel (?). De mythe is dat het de monniken ervan moest weerhouden zich te branden aan de vleselijke geneugten. Jaja.
Deze yaks zien we om de haverklap in kuddes naast de weg grazen, dom kijken en onhandig wegrennen voor het gebrom van ons vehikel.
Er is veel vee (schapen, geiten, yaks, koeien, paarden) in Mongolië, dus we krijgen zo nu en dan bezoek van nieuwsgierige beesten.
Zo gaat 'ie goed!
Zo gaat 'ie wat minder. Omdat ze een brug aan het bouwen waren over deze rivier, waren er gelukkig bouwvakkers in de buurt die ons konden helpen en ons gelijk les gaven in hoe het wel moest. Maar het is wel eng als je in een rivier niet meer voor- of achteruit kan.
Maar even later konden we weer genieten van de zon en het uitzicht.
Deze (gigantische) gieren zien we niet om de haverklap om onze bus cirkelen. Ze komen als ze zitten ongeveer tot je middel.
Water is best schaars in dit land, dus we hebben nu drie soorten: drinkwater dat we kopen in flessen, kookwater uit de kraan (dus niet drinkbaar in dit land) en afwaswater uit de verschillende rivieren en meren.
Staan we weer rustig bij een meertje, stopt er een jeep naast ons, springt er een man uit die onze bus aan een grondige inspectie onderwerpt. Conclusie: één lege band. Gelukkig was hij niet lek, maar was het ventiel kapot, dat we in Tosontsengel hebben laten vervangen.

Dit is een ovoo.
We kwamen door een gebied waar heel veel van dit soort vijfhoekige monumenten staan. Wij denken dat het een balbal is, een grafmonument door de Turkse stammen die hier rond de achtste eeuw leefden, opgericht.
Dit zijn de wegen die we vaak tegenkomen. Een achtbaansgrasparcours, waar alles overheen rijdt, van gigantische trucks tot de kleinste boodschappenautootjes. Dit is ook een voorbeeld van een veelgebruikte doorgaande weg. Hier is het wel te doen en kunnen 50 á 60 km/h rijden, maar op veel stukken kunnen we maar 20 á 30.

donderdag 10 mei 2012

Berkenbos, buddhisme en een bijna-beroving

Allereerst: Maaike en Brian gefeliciteerd met jullie prachtige overwinning in de categorie Prijsvraag! Het goede antwoord was natuurlijk: transformerlogo! De lepels komen naar jullie toe.
Daar ben je dan in Irkutsk, vlakbij het Baikal meer, het Parijs van Siberie. Irkutsk is een leuk stadje, met mooie historische gebouwen en weinig Sovietblokken. Maar natuurlijk zijn er wel overblijfselen van de Stalinistische tijd, deze muurschildering van de Internationale ("welk volkslied is dat?").
Tegenslagje nummer één: lichte ziekte, die een halve dag duurde. Waarschijnlijk kwam het door het water dat we dronken uit de kraan. Het was getest in lab zei Jack van het hostel, maar ja, onze tere maagjes... Gelukkig wel een mooi kaasbed voor Joris.
Leuk! Latte uit een Lenin-beker. Zal 'ie blij mee zijn.
Op weg naar het Baikalmeer kwamen we dit leuke museum tegen, waar allerlei houten Siberische huizen liefdevol werden gereconstrueerd.
Het Baikalmeer is vlakbij Irkutsk. Wij vonden het wel mooi. Het is het diepste meer van de wereld (1600m), er leven de enige zoet water zeehonden van de wereld en het water is zo helder dat je het kan drinken. En het is groot (deze info werd mede mogelijk gemaakt door het Baikalmuseum).
Sinsia drinkt een biertje in het hostel, nadat we de heerlijke lokale specialiteit hadden opgepeuzeld: gerookte Baikalvis. Mmm!
Tegenslagje nummer twee: we wilden naar het volgende dorpje aan het meer lopen, dat alleen maar te voet, per boot of schaatsend te bereiken is, maar halverwege kregen we het zo koud en lag er zo veel sneeuw dat we maar terug zijn gegaan. Meteen verbeterde ons humeur, dus het was een goede keuze! Het was wel een mooie wandeling.
Na een GPS-ding te hebben aangeschaft reden we verder door het mooie maar monotone Siberië naar Mongolië. Want dit is Siberië, eindeloze berkenbossen, zo nu en dan onderbroken door een dorpje of moeras.
En toen kwamen we in Budhistenland terecht! Erg leuk om weer een nieuw cultuurachtig ding mee te maken. Dit is hét Budhistische centrum van Rusland, zo'n honderd kilometer voor de grens. Het is een klooster waar nog wel een aantal monniken wonen en waar de bedevaarders naar hartelust deze gebedsmolens in beweging smijten.
Het landschap was hier al Mongolië-achtig, dus niet meer op takjes water koken, maar op gedroogde poep! Lekkere poepthee!
Op weg naar de grens bezochten we een mooi wildwest dorpje in Siberische stijl. Houten huizen, brede stoffige straten en een leuk museumpje. Ow ja, Russen zijn trouwens erg warm, vriendelijk en behulpzaam. Dat ze dat niet zijn, is een vooroordeel dat bij ons is weggenomen.
Dit was ons laatste plekje in Rusland!
En dit ons eerste in Mongolië. Heerlijk weer, in de verte een paar gers en verder niks. Hoe vet is dat! Mongolië. We zijn vanaf nu ook weer op weg terug naar huis. We gaan nu weer in westelijke richting.
Dit is een ovoo, een shamanistisch ding, waar je drie maal omheen moet lopen en dan een steen op moet leggen. Waarom is onduidelijk, maar het zal iets met (bij)geloof te maken hebben. Die blauwe sjaals hebben iets met luchtgoden te maken.
Mongolië.
Tegenslagje nummer drie: de weg zag er zo goed uit, maar toen we uitstapten bleek het een soort spons. Een halve meter waren we de grond in gezakt en we konden niet meer voor of achteruit. Wat te doen....
Mongoolse herders weten wel raad met stomme buitenlandse toeristen en na een uur of vier graven, krikken en stenen onder de wielen leggen reden we makkelijk weer de harde weg op.
En wezen de herders te paard en per motorfiets ons de goede weg naar het klooster waar we naartoe wilden.
Droogte, stof en de onverharde Mongoolse wegen: bende!
Dus op dit plekje bij een rivier konden we lekker slapen en stoffen.
En konden we 's ochtends dit prachtige klooster (Amarbayasgalant Khiid) bekijken.
Uitzicht op klooster vanaf de enorme gouden Budha op de berg erachter. Heel in de verte zie je misschien een oranje puntje, rara wat dat is (geen prijs, dit keer).
Bus door rivier.
Eén der kloosters die we in Ulaanbaatar bezochten.
Het vierde tegenslagje verdient een apart stukje tekst. Want aangekomen in Ulaanbaatar verheugden we ons op koffie, lekker eten en supermarkten enzo. Dus we parkeerden onze bus, bewaakt, bij het hostel en gingen dineren bij een goed vegetarisch restaurant. Mjam. We hadden heerlijk gegeten en waren op weg terug naar het hostel, toen ik (Joris) in de drukte bij het stoplicht ineens een hand in mijn zak voelde die mijn portemonnee weg griste. Instinctief greep ik het dichtstbijzijnde jochie bij zijn kladden die meteen verongelijkt schreeuwde dat hij van niks wist. Maar zijn vrienden wezen op een louche figuur die via een omweg het op een rennen zetten.
In het Nederlands vloekend en tierend ging ik er zonder nadenken achteraan, want in die portemonnaie zat mijn rijbewijs, creditcard, pinpas, etc. In een gaatje in het chaotische verkeer schoten Sinsia en ik de drukke weg over, achter de dief aan. En toen kickte de adrenaline bij mij in. Als een cheetah (Sinsia's woorden) schoot ik achter de boef aan, ondertussen een fles bier die niet meer in de tas paste op de grond smijtend. Maar hij had toch al een flinke voorsprong en ik verloor hem uit het oog.
Totdat ik een jochie in een steegje over een hek zag klimmen. Schreeuwend stortte ik me boven op hem. Schreeuwend maakte hij me in het Mongools duidelijk dat hij wist dat de plaatselijke dieven hun buit altijd over dit hek gooide en hij ging kijken of mijn portemonnee er ook lag. Er lag een tas, een fototoestel, een pakje sigaretten.... En ja hoor, daar lag mijn portemonnee.
Met alles er nog in! Geen geld eruit, rijbewijs nog erin. Wat een geluk! Blij klopte ik de jongen op zijn schouder en Sinsia, inmiddels ook gearriveerd, gaf de jongen haar biertje als dank. Na een half uur uithijgen (op adrenaline sprinten is niet zo gezond) konden we het laatste biertje samen opdrinken, op de goede afloop!