dinsdag 31 januari 2012

Afscheid

In de warmte van de riviera bezochten we Anemurium, dit keer een Byzantijnse ruine. Weer is wat anders dan al die Romeinse dingen, en dit heeft ook langer bestaan, dus er staat ook meer van overeind. En ow ja, die prijsvraag die we hadden uitgeschreven hebben we zelf opgelost: er stonden hier in de necropolis dezelfde soort gebouwen als die van de prijsvraag. Dus.
Moet hier nog iets bij vermeld worden? Dit is gewoon handig!
In Gaziantep, stad van pistachenoten en baklava (jam), bezochten we het Zeugma (oude Romeinse stad aan de Tigris) museum, alwaar het summum van de mozaïekkunst ligt opgebaard. Echt hele spectaculaire en gedetailleerde plaatjes.
Sneeuw en koude in Gaziantep zorgen ook voor pret. Trouwens, die eerste sneeuw die net in Nederland gevallen is, is echt toy.
Wie in Gaziantep is, zal baklava, baklava en ook baklava eten.
Dit is een heiligdom in Sanliurfa, alwaar Abraham de plaatselijke goden diste. Koning Nimrod trok dat niet en gooide hem op de brandstapel, die door God in water veranderd werd. De houtblokken werden deze vissen, die sindsdien veel te veel verwend worden.
Dit is Ali, één van de vele kindarbeidertjes die we hier in Kurdistan tegen zijn gekomen. Hij verkocht ons twee tinnen theebordjes vanuit zijn werkplaats/winkeltje in de bazaar.
We worden nog echt Turks! In de fles: ayran, een soort mengsel van yoghurt en melk. En in de hand: brood met kaas en gedroogde abrikozen. Wederom: jam!
We maakten een klein omweggetje richting Iran, om bij deze prachtige plek aan te komen. Hasankeyf ligt aan de Tigris (wow!) en er zijn prachtige ruïnes van grotwoningen en een kasteel. Nu zijn we ver van huis, de Tigris!
Ooievaar op minaret van Hasankeyf.
Sinsia vist water op uit de Tigris! Zeg nou zelf...
En we komen dichterbij Iran. Het staat nu zelfs op de borden!
Ja, nu zitten we vlakbij de grens met Iran in een hotel te wachten op het ingaan van ons visum. Auto op bewaakte parkeerplaats, alles kits. Dachten we, maar vanochtend zagen we een raampje open staan en was alles overhoop gehaald in de auto. Inbraak. Echt heel vervelend. Het waren duidelijk amateurs, waarschijnlijk jochies want ze hadden een sjaal, twee zaklampen en het frontje van de radio gestolen. Helaas ook het lenzentasje met de lenzen erin. De bewakers schaamden zich kapot, er werd snel een nieuwe radio geïnstalleerd en de nachtwaker kwam in tranen op ons af en bood ons aan om van schamele loontje nieuwe lenzen voor ons te kopen. Die waren tweedehands dus dat hoefde niet, die vinden we wel weer. Maar gelukkig hadden de dieven de kluis niet gevonden met geld en papieren erin, anders waren we nog verder van huis geweest.
Om ons op te vrolijken bracht de hoteleigenaar Bilal ons naar het prachtige kasteel, dat helaas gesloten was. Maar we werden er wel weer wat rustiger van.
Iran, dus Sins oefent met hijab. Mooi heh!

In Iran mogen we geen blog bijhouden, dus verwacht over een maand een gigamegablog over dat land.

zondag 22 januari 2012

Koud, kouder, warm!

Ja, het is koud. En omdat we een miskoop hadden gedaan in Nederland, (“Natuurlijk kan dit petroleumkacheltje binnen. Hij walmt en stinkt helemaal niet!”) hebben we een nieuw gaskacheltje gekocht. In de vrieskou van centraal Turkije geen overbodige luxe. In een mum van tijd haalt het dingetje de temperatuur tien graden omhoog.
Voordat we weer naar Ankara trokken vanuit Hatusha, om weer visarompslomp te regelen, hadden we wat tijd te verkwanselen (onze auto is snel...!), dus bezochten we het kasteel van Kaleçik. Een groot standbeeld van Atatürk overzag de vallei, vergezeld van de zoenende stelletjes van het dorp.
Dit zijn de mannen van de strooidienst. Om geld te besparen parkeerden we de bus op hun parkeerterrein vlakbij Ankara, zodat we de volgende dag snel bij ambassades konden zijn en geen hotel hoefden te betalen. Maar dat ging zomaar niet. Allereerst werd ons thee aangeboden. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen, en al snel zaten we weer een uur te leuten. Toen gingen we weer terug naar de bus om te eten en te slapen. En het werd kouder en kouder. Toen we ongeveer veertien lagen kleren aan hadden, werd er op de deur geklopt. “Je kan je auto hier ook wel neer zetten, is wat beschutter, en kom gelijk weer even binnen voor een kop thee.” Zo gezegd zo gedaan, er schoven steeds meer mannen aan en er ontstond een discussie tussen de strooiers. Na een tijdje werden we mee geroepen: “Hier is een kamer met warmte en stapelbedden. Slaap ze!” Hoe vet is dat?
De volgende dag merkten we dat het inderdaad behoorlijk koud was geweest (-10, -12?), we moesten namelijk aan de binnenkant van de ramen krabben. Dat leverde dit winter/jurassic park tafereeltje op. Hadden we al vermeld dat Turken lief zijn?
Over de visa straks meer, maar ik zal alvast verklappen dat we tijd over hadden en dus de toeristische attracties konden gaan zien. Het mausoleum van Atatürk is daar één van. De Turken zelf waren erg blij dat we er waren, overal hoorden we hosgeldiniz en welkom. Het ding zelf is een verschrikkelijk nationalistisch, marmeren geval waar deze aap het nodig vond om zijn warme hokje te verlaten (watje).
Dus klaar met de visa, togen we naar het zuiden, want daar is het warm. Kijk maar. De avond voor deze foto zeiden we tegen elkaar, terwijl het begon te regenen: “misschien moeten we voor dat we deze pas overgaan maar even een slaapplekje zoeken.” Ging weer erg makkelijk, beetje tanken, aardige Turken aanspreken, chai drinken, welterusten. Het stormde en regende flink, maar dat betekende geen vorst, dus warm en door de wind werden we lekker in slaap gewiegd. Halverwege de nacht werd Joris even wakker en het was gestopt met regenen, dus het beloofde een makkelijke dag rijden naar de kust te worden.
Toen werden we echt wakker en konden we niet naar buiten kijken doordat de ramen dicht gesneeuwd waren. Slik. Ook de snelweg was niet meer te zien. In één nacht een halve meter sneeuw.
De hond was blij met zijn sneeuwbal.
Maar goed, er ontstond toch een spoor door een aantal waaghalzen en op een gegeven moment kwamen ook de mannen van de sneeuwschuifdienst voorbij, dus tegen de middag reden we de sneeuw in, en bereikten we langzaam maar zeker, met maar één keer vast te komen zitten, de pas.
Sommige chauffeurs hadden het er de avond tevoren wel op gewaagd. Niet slim.
Aan de zuidzijde van de pas vonden we warmte en thee! Zie de druppende auto...
En nu staan we weer aan de zuidkust, moe maar voldaan, te genieten van de warmte (geen skibroeken, joggingbroeken, spijkerbroeken, maillots, t-shirts, truien en windstoppers allemaal tegelijk aan!).

Ow ja! Visa! Ging goed. We hebben nu Iran, Kazkhstan, Uzbekistan, Kirgizië en Mongolië. We hoeven nu alleen nog maar Turkmenistan in Iran aan te vragen. En dat komt waarschijnlijk wel goed. Jippie, vakantie aan de Turkse riviera!

zondag 15 januari 2012

Visa, modder en sneeuwperikelen

Allereerst: we hebben een visum voor Iran! Jippiejahee! Het staat in ons paspoort, dus de eerste mijlpaal van de reis is bereikt. Met de andere visa zijn we bezig, maar dat komt heel waarschijnlijk wel goed. Dus dit wordt de waarschijnlijkste route:
Na Çirali dus naar Ankara om visa te regelen, maar dat deden we via een aantal andere plekken die we graag wilden zien. Eén daarvan is Konya, hoofdstad/heiligdom van de Sufi's. In dit mausoleum ligt Rumi, de oprichter/opperhoofd van de Sufi.
Het gebied rond Konya wordt door de Lonely Planet de Bible Belt van Turkije genoemd, iets waar we niet veel van gemerkt hebben, maar Konya zelf was erg modern en relaxed. We zijn er maar even geweest, maar er waren weinig vrouwen met hoofddoek en de stad had de alure van een westerse metropool.
Onderweg het bijvullen van het water bij een tankstation, onder het waakzaam oog der pompbedienden.
We reden over de oude zijde-route, dus we kwamen een aantal van deze kervanserai tegen. Dit zijn gebouwen waar de vroegere karavaans konden bijtanken en uitrusten enzo. Dit is Sultanhani, de koningshani, die zijn naam eer aan doet. Heel groot, met een overdekt gedeelte voor de winter en een open gedeelte voor de zomer en een prachtige toegangspoort.
Sinsia heeft uren gesmeekt om een kameelritje, maar gelukkig stond ik het niet toe....
Want er was genoeg te zien in Cappadocië waar de plaatselijke bevolking haar huizen uithakte in het zachte vulkanische gesteente.
Ook kerken konden uitgehakt worden. Deze foto is zo illegaal als de pest, want dat mocht niet, fotograferen.
Omdat het gesteente zacht is en de Perzen (daar gaan we heen, jeeeeej!) zo nu en dan de boel klein kwamen slaan, hakte de bevolking hele ondergrondse steden uit om te schuilen. Erg spectaculair en een beetje claustrofobisch (enkele lichte paniekaanvallen vielen Joris ten deel).
Sinsia heeft toen nog een rustig rondje gemaakt en deze foto geschoten waarin te zien is dat het inderdaad nauw en donker is. Ze zit hier op de grond.
Dit is ons prachtige hotel in Ankara. De kamers waren wat rustiger voor het oog.
 
Eenmaal een aantal visa geregeld reden we weer verder. De volgende dialoog speelde zich af tussen ons:
Joris: “Misschien is het leuk om bij die grotten te overnachten.”
Sinsia: “Ja, moet je hier linksaf richting Bulak.”
“Wat een mooi dorpje! En nog een best goede weg!”
“Mmm, nu wordt de weg wat slechter, maar het gaat nog wel...”
“Daar wordt de weg toch wel wat erg modderig, maar laten we het maar even proberen...”
Dat waren de famous last words, want natuurlijk zaten we toen muurvast, terwijl het begon te sneeuwen, donker werd en we op een helling stonden. Na drie kwartier gezwoegd te hebben en onder de modder zaten, gaven we het op en besloten we hulp in te roepen.
Sinsia liep naar het dorp, waar ze na een aantal pogingen en een uur tevergeefs wachten op een tractor, huilend een bij Fatma binnenviel, die haar prompt bij de haard zette en cake met cola voerde. Manlief kende wel iemand met een tractor, dus zo gezegd zo gedaan, na anderhalf uur in de kou wachten zag ik achter de bus twee lichten opdoemen met daarin Sinsia en twee alleen-Turks-sprekende mannen. Maar wel handige mannen, want twintig minuten en een gebroken kabel verder waren we verlost!

En konden we heerlijk slapen op dit mooie besneeuwde plekje met kat, en weed-rokende jongeren.
De volgende ochtend kwam Fatma langs en zei: “Kom zo nog even op de thee, joh!” Dus we pakten Sinsia's net gehaakte pannelappen en een doos schuimpjes als bedankje en togen naar de gezellige huiskamer van Fatma. En de tafel werd gedekt. Wow.
Fatma en redder in nood.
Na de ochtend in Bulak te hebben doorgebracht, gingen we 's middags naar Safranbolu, een UNESCO-dorpje met mooie oude Osmaanse huizen. Er was een filmset waarin een straatje weer was aangekleed zoals in de tijden van weleer, dat was leuk, foto.
En dit zijn die huizen. Sommige oud en vervallen, sommige mooi opgeknapt, maar allemaal origineel.
En deze blog wordt geschreven vlakbij Hattusa, de hoofdstad van de Hittieten, een tot 1894 verondersteld mythisch volk. Er is niet veel meer van over. Eigenlijk alleen nog wat fundamenten en stadspoorten. Maar wel mooie stadspoorten.
Alwaar we de modder van Bulak uit de auto spoelden. Voor.
En na.

vrijdag 6 januari 2012

Crazy French Çirali

En hier beginnen dan onze grote Franse, resort-achtige strandfeestdagen. We hadden de tip gekregen van Stephane en Françoise, een Frans gezin dat we in Efes tegenkwamen, om naar dit strand bij het kleine dorpje Çirali te gaan. Het was er warm, je kon er gratis staan en de mensen waren er lief. Dus wij parkeerden onze bus bij een boom op het strand, in de veronderstelling een rustige kerst te gaan krijgen, lekker op ons zelf. Kijk hoe ik geniet van de zon en de ruimte.
Zo nu en dan kwam er een man met een gitaar langs, die naar hartelust speelde,
Sinsia deed eens de was, we lazen wat, we waren relaxed.....
Toen begonnen de feestdagen. Het begon met het pakket dat Yvonne, Thom en Sacha voor ons hadden gemaakt. Ineens hadden we een echt kerstontbijt en -lunch, met hagelslag, pindakaas en appelstroop! Wat wil een mens nog meer!
Op eerste kerstdag bezochten we 's avonds Chimaira, waar u trouwe luisteraar al een foto van hebt mogen aanschouwen. Er stroomt gas uit de grond, dat in aanraking met zuurstof, als vanzelf ontbrandt. Erg spectaculair, maar als je er heen gaat, neemt één zaklamp mee. De weg er naar toe is onverlicht (tip van ondergetekende).
Eerder op eerste kerstdag hielpen we, met succes en de hulp van vier Turkse mannen, een paar Duitsers uit de brand die met hun auto vast kwamen te zitten in het mulle zand van Çirali. Op tweede kerstdag, terwijl we nog lagen te stinken in bed, klonk er van buiten de auto ineens: “Hallo, die Niederländer, wir haben Frühstück für Sie!” Zaten we ineens weer met een heerlijk kerstontbijt opgescheept! Ditmaal een Duits met een Turks thema.
De rest van tweede kerstdag brachten we door in Olympos, ook vlakbij ons strand. Ook hier lagen de ruïnes van een oude Griekse stad, die we bereikten door het krijgen van natte voeten. De ruïnes zelf waren wel leuk, maar vooral de plek was erg mooi, in een diep dal om een rivier heen.
We hebben nu ook de Kelly Kettle officiëel in gebruik. Wat een handig ding!
Tussen kerst en oud en nieuw bezochten we Phaselis, zeer mooie plek, met een heel mooi bewaard gebleven hoofdweg.
De Solar shower werkt op zich, maar niet zo goed in de winter als het maar zo'n zestien graden wordt. Sinsia kreeg een koude douche (duh!).
Het eten raakte op, behalve de citrusvruchten die we toegeschoven kregen van de uitstekend Duits sprekende Hassan, dus togen we naar Kumluca om inkopen te doen. Daar vonden we aardbeien die al heel goed te eten waren voor de tijd van het jaar!
Toen begon ons Franse avontuur. Een aantal gezinnen uit, je raadt het al, Frankrijk, had elkaar gevonden op het strand, en binnen de kortste keren hoorden ook wij bij de familie. Op een gegeven moment bestond het kamp uit zeven campers, veertien volwassenen, elf kinderen en vier honden. Het was een gezellig zigeunerkampje geworden.
We aten op de raarste momenten van de dag, iets waar Sinsia erg veel waardering voor kon opbrengen.
Oud en Nieuw vierden we bij het Pansiyon van Apo, een Turkse, joints rokende (yes!) hippie. Omdat het regende mochten we tegen geringe betaling in zijn ontbijtruimte zuipen en dansen en gekke hoedjes opzetten en met kinderen gooien. Crazy French...
Uitgekaterd en wel maakten we twee dagen later een kampvuur. Weer dansen, ouwehoeren, zuipen, veel drugs, en met kinderen smijten.
En de kinderen smeten ook met vuur!
Op de één na laatste dag van ons strandavontuur, vonden de kinderen twee haaien die waren vast komen te zitten in de riviermond. Eentje was al te lang dood, maar de ander (deze) werd door Apo vakkundig uit elkaar geplukt en tot eetbare mootjes gehakt. Cool!
In Kumluca hadden we ook een tafel gekocht, ideaal om in de zon je poten op te draperen!
Het einde van het strandfeest was met de citroenen en sinaasappels van Apo, waarvan we een zak vol mee kregen. We zijn uiteindelijk bijna twee weken in de warmte van Çirali gebleven. Het was heerlijk en erg gezellig.