Allereerst: we hebben een visum voor
Iran! Jippiejahee! Het staat in ons paspoort, dus de eerste mijlpaal
van de reis is bereikt. Met de andere visa zijn we bezig, maar dat
komt heel waarschijnlijk wel goed. Dus dit wordt de waarschijnlijkste
route:
|
Na Çirali dus naar Ankara om visa te
regelen, maar dat deden we via een aantal andere plekken die we graag
wilden zien. Eén daarvan is Konya, hoofdstad/heiligdom van de
Sufi's. In dit mausoleum ligt Rumi, de oprichter/opperhoofd van de
Sufi.
|
|
Het gebied rond Konya wordt door de
Lonely Planet de Bible Belt van Turkije genoemd, iets waar we niet
veel van gemerkt hebben, maar Konya zelf was erg modern en relaxed.
We zijn er maar even geweest, maar er waren weinig vrouwen met
hoofddoek en de stad had de alure van een westerse metropool.
|
|
Onderweg het bijvullen van het water
bij een tankstation, onder het waakzaam oog der pompbedienden.
|
|
We reden over de oude zijde-route, dus
we kwamen een aantal van deze kervanserai tegen. Dit zijn gebouwen
waar de vroegere karavaans konden bijtanken en uitrusten enzo. Dit is
Sultanhani, de koningshani, die zijn naam eer aan doet. Heel groot,
met een overdekt gedeelte voor de winter en een open gedeelte voor de
zomer en een prachtige toegangspoort.
|
|
Sinsia heeft uren gesmeekt om een
kameelritje, maar gelukkig stond ik het niet toe....
|
|
Want er was genoeg te zien in
Cappadocië waar de plaatselijke bevolking haar huizen uithakte in
het zachte vulkanische gesteente.
|
|
Ook kerken konden uitgehakt worden.
Deze foto is zo illegaal als de pest, want dat mocht niet,
fotograferen.
|
|
Omdat het gesteente zacht is en de
Perzen (daar gaan we heen, jeeeeej!) zo nu en dan de boel klein
kwamen slaan, hakte de bevolking hele ondergrondse steden uit om te
schuilen. Erg spectaculair en een beetje claustrofobisch (enkele
lichte paniekaanvallen vielen Joris ten deel).
|
|
Sinsia heeft toen nog een rustig rondje
gemaakt en deze foto geschoten waarin te zien is dat het inderdaad
nauw en donker is. Ze zit hier op de grond.
|
|
Dit is ons prachtige hotel in Ankara.
De kamers waren wat rustiger voor het oog.
|
Eenmaal een aantal visa geregeld reden
we weer verder. De volgende dialoog speelde zich af tussen ons:
Joris: “Misschien is het leuk om bij
die grotten te overnachten.”
Sinsia: “Ja, moet je hier linksaf
richting Bulak.”
“Wat een mooi dorpje! En nog een best
goede weg!”
“Mmm, nu wordt de weg wat slechter,
maar het gaat nog wel...”
“Daar wordt de weg toch wel wat erg
modderig, maar laten we het maar even proberen...”
Dat waren de famous last words, want
natuurlijk zaten we toen muurvast, terwijl het begon te sneeuwen,
donker werd en we op een helling stonden. Na drie kwartier gezwoegd
te hebben en onder de modder zaten, gaven we het op en besloten we
hulp in te roepen.
Sinsia liep naar het dorp, waar ze na
een aantal pogingen en een uur tevergeefs wachten op een tractor,
huilend een bij Fatma binnenviel, die haar prompt bij de haard zette
en cake met cola voerde. Manlief kende wel iemand met een tractor,
dus zo gezegd zo gedaan, na anderhalf uur in de kou wachten zag ik
achter de bus twee lichten opdoemen met daarin Sinsia en twee
alleen-Turks-sprekende mannen. Maar wel handige mannen, want twintig
minuten en een gebroken kabel verder waren we verlost!
|
En konden we heerlijk slapen op dit
mooie besneeuwde plekje met kat, en weed-rokende jongeren.
|
|
De volgende ochtend kwam Fatma langs en
zei: “Kom zo nog even op de thee, joh!” Dus we pakten Sinsia's
net gehaakte pannelappen en een doos schuimpjes als bedankje en togen
naar de gezellige huiskamer van Fatma. En de tafel werd gedekt. Wow.
|
|
Fatma en redder in nood.
|
|
Na de ochtend in Bulak te hebben
doorgebracht, gingen we 's middags naar Safranbolu, een UNESCO-dorpje
met mooie oude Osmaanse huizen. Er was een filmset waarin een
straatje weer was aangekleed zoals in de tijden van weleer, dat was
leuk, foto.
|
|
En dit zijn die huizen. Sommige oud en
vervallen, sommige mooi opgeknapt, maar allemaal origineel.
|
|
En deze blog wordt geschreven vlakbij
Hattusa, de hoofdstad van de Hittieten, een tot 1894 verondersteld
mythisch volk. Er is niet veel meer van over. Eigenlijk alleen nog
wat fundamenten en stadspoorten. Maar wel mooie stadspoorten.
|
|
Alwaar we de modder van Bulak uit de
auto spoelden. Voor.
|
|
En na.
|